Pagina's

dinsdag 23 december 2008

Duurzaamheid: ideologie of window dressing?

Duurzaamheid is een modewoord. Iedereen heeft het er over en iedereen doet er wat aan. Maar gaat het hierbij om eerlijke motieven of is het een slechts een lekker marketinginstrument?

Vorig jaar op een bruiloft raakte ik in gesprek met een ambitieuze jongeman van rond de dertig. Vol vuur vertelde hij over het bedrijf dat hij was gestart, nadat hij bij een groot accountancybedrijf het vak had geleerd. Hij ging zich bezig houden met duurzaam beleggen. Mijn interesse was direct gewekt. Na de nodige vragen bekroop mij al gauw het gevoel dat hij geen flauw benul had van de ideologische kant van duurzaamheid. Achteraf gezien gaf zijn “snelle” maar vooral “dure” uiterlijk daarbij ook niet het bijbehorende signaal af, maar daar had ik mij in eerste instantie niet door laten leiden, tenslotte waren we op een bruiloft. Ik kon het gevoel van onechtheid van deze jonge man niet onderdrukken. Intuïtief had ik zo iets van: deze man gaat het niet redden. In mijn achterhoofd speelde nog iets anders: als hij er wel in slaagt in hoeverre sleept hij dan onschuldige mensen mee in zijn “duurzame” doelstelling? De laatste tijd moet ik regelmatig aan hem denken en vraag ik mij af hoe het hem is vergaan in de huidige kredietcrisis.

Eigenlijk is de huidige kredietcrisis een zegen. Nu meer dan ooit beseffen we ons dat er een einde is gekomen aan onze ongebreidelde consumptiedrang. De laatste paar jaar was de wereld al aan het ontwaken, maar was de noodzaak om verantwoord te consumeren eigenlijk nog niet groot genoeg. “Ver van mijn bed, wat moet ik er mee”, hoorde je maar al te vaak. Maar nu onze spaarcenten in gevaar zijn beseffen we ons maar al te goed dat we niet op de ingeslagen weg kunnen blijven voortgaan. Nu is niet meer alleen onze aarde in crisis maar ook onze levensstijl. Nu is het niet meer ver van mijn bed, maar dichtbij in onze eigen portemonnee.

Als een van de initiatiefnemers van een duurzaam ondernemingscentrum heb ik de laatste maanden veel gesprekken gevoerd met mensen en bedrijven over de doelstellingen en de noodzaak van maatschappelijk verantwoorde ondernemen en duurzame productontwikkeling. Niet alleen de jonge commerciële groene belegger heeft een dubieuze doelstelling ook een aantal gerenommeerde bedrijven kunnen er wat van. Onder het mom van “kijk eens hoe duurzaam en groen wij zijn” presenteert het ene na het andere bedrijf een sociaal wenselijke manier van werken en haar omgang met belanghebbenden. Toch zet ik vaak grote vraagtekens bij hun beweegredenen.

Een paar weken geleden zat ik aan tafel met een organisatie die het creëren van een betere wereld als haar motto en dienstverlening heeft gekozen. Na twee eerdere afzeggingen zat ik eindelijk toch met ze aan tafel. Alleen liet de directeur het ten derde male afweten en zat ik onaangekondigd met een vervanger aan tafel. Wederom een ambitieuze jonge man, maar deze keer wel in een verantwoorde outfit. De ambiance ademde een sfeer van duurzaamheid uit dus dat zat wel goed (dacht ik). Een uur later en een illusie armer stond ik weer buiten. Wat is het geval: zij bieden bedrijven programma’s aan voor managers om duurzaamheid te leren in de praktijk. En wel door het uitvoeren van projecten in de ontwikkelingslanden. Bijvoorbeeld het helpen bouwen van een school of een huis voor weeskinderen. De bedrijven betalen daar een stevige prijs voor. En gaandeweg het gesprek bekroop mij steeds meer het gevoel dat het hier ging om “snoepreisjes” voor goedpresterende managers. Daar is natuurlijk niets mis mee, alleen de verpakking geeft heel duidelijk een ander signaal af. En de organisatie verdient er zelf ook dik aan. Ik zat daar aan tafel voor een vorm van samenwerking in het kader van ons duurzame ondernemingscentrum, maar daar hadden ze geen tijd en geld voor. In de ogen van de jonge man las ik iets van: te ideologisch, niet voldoende geld mee te verdienen. Nog nadenkend over ons ontluisterende gesprek, sjeesde de jonge ambitieuze man voorbij in zijn snelle zwarte “jongensauto”….

Maar wat echt het toppunt is van goede sier maken met duurzaamheid: het nieuw tijdschrift Green2. Het introductienummer trok mijn aandacht met de ondertitel: Time to change – van Ego naar Eco, niet vanwege de titel maar vanwege de door de fotoshop gehaalde foto van Wendy van Dijk. Een glossy vol met foute auto’s, dure merkkleding, dure make-up en de veel te dure patserige horloges, en maar oreren over eco en groen. En dan vooral die BN’ers die zich inzetten voor goede doelen. Dit tijdschrift slaat echt de plank volledig mis. Of mis ik soms iets?

Voor veel mensen is duurzaamheid “in de mode”, daar kan je mee voor de dag komen en mee scoren. De commerciële jonge belegger is precies de tegenovergestelde persoonlijkheid van iemand die zich uit ideologische overwegingen met duurzaamheid bezig houdt. Evenals de eigen belang nastrevende BN’er. De belangrijkste elementen voor duurzaam handelen liggen in het verschil tussen de economische principes die al jarenlang gangbaar zijn en de principes die hun opgang doen. Hierbij geldt inderdaad de ommezwaai van ego naar eco.

Oude economische principes:
  • Consumptie bevorderen tot elke prijs via doelbewuste veroudering, druk van reclame en het creëren van kunstmatige behoefte.
  • Mensen aanpassen aan de baan. Starheid, conformiteit.
  • Opgelegde doelstellingen, besluitvorming van bovenaf, hiërarchie en bureaucratie.
  • Competitie, concurrentie, agressie, zaken zijn zaken.
  • Strikte economische motieven, materiele waarden. Vooruitgang beoordeeld naar resultaat en inhoud.

Nieuwe economische principes:

  • Gepaste consumptie, besparen, behouden, recyclen, kwaliteit, vakmanschap, innovatie, uitvindingen ten dienste van authentieke behoefte.
  • Banen aanpassen aan de mens. Flexibiliteit, creativiteit, vorm en beweging.
  • Zelfstandigheid gestimuleerd. Participatie van medewerkers, democratisering. Consensus en gemeenschappelijke doelstellingen.
  • Samenwerking, menselijke waarden belangrijker dan winnen.
  • Spirituele waarden belangrijker dan materieel gewin. Een bepaald materieel niveau is voldoende. Proces even belangrijk als resultaat.

De kredietcrisis toont haarfijn aan dat we ons bevinden op een omslagpunt en het einde van de huidige economische principes in zicht zijn. De mensen en bedrijven die succesvol zullen zijn in de toekomst zijn die mensen en bedrijven die een brug weten te slaan van de oude naar de nieuwe principes. En dat is een zoektocht en een hele uitdaging.

Een tip om op een verantwoorde manier met duurzaamheid om te gaan:
Wees zuiver in je doelstelling, want juist op dit gebied zijn heel veel mensen actief die zo in de gaten hebben dat een bepaalde houding niet authentiek is. Eenmaal door de mand gevallen pak je de draad niet zo makkelijk meer op. Kan je je niet vinden in bovenstaande economische principes of zie je geen mogelijkheden om een brug te slaan begin er dan niet aan.

Meer weten over duurzaamheid, lees het boek: Je kunt de wereld veranderen van Ervin Laszlo.

© Jolanda Verburg 2008

Deze column is eerder gepubliceerd geweest op www.verblijfbijjezelf.info

Geen opmerkingen: